De leuze blijft om zo weinig mogelijk te verbruiken. De goedkoopste energie is en blijft die energie die je niet verbruikt hebt. Daar komt sinds 1 januari 2023 ook het spreiden van je verbruik bij, zodat je minder hoge pieken trekt. Maar, voor welk onderdeel van je factuur verbruik je nu beter niet, en voor welk stuk moet je spreiden?
- Energietarieven: dit deel gaat om je energieverbruik. Je betaalt een prijs per verbruikte kWh, dus om dit deel van je factuur te verlagen is het beperken van je energieverbruik belangrijk. Dit is het grootste deel van je factuur, op deze component besparen ga je het meeste voelen in je portemonnee.
- Nettarieven: sinds januari 2023 worden deze deels berekend op basis van het capaciteitstarief. Om dit stukje van je factuur te verlagen, is het aan te raden om zo weinig mogelijk toestellen op hetzelfde moment te gebruiken.
- Heffingen en toeslagen: Dit is een onderdeel dat je betaalt aan de overheid op basis van je verbruik. Hoe meer je verbruikt, hoe hoger het bedrag van de heffingen en toeslagen uitkomt.
Niet alleen wie een digitale meter heeft, maar iedereen betaalt het capaciteitstarief.
Bij gezinnen en kleine bedrijven met een klassieke, analoge meter wordt het wel op een andere manier aangerekend. Omdat de klassieke meter geen pieken kan meten, betalen zij een vast bedrag.
Uitzondering zijn de beschermde afnemers. Voor hen geldt het capaciteitstarief niet: zij blijven het vaste, sociale tarief betalen.
Voor grote bedrijven is het capaciteitstarief al langer van toepassing en krijgt het nieuwe invulling.