Openbare verlichting zorgt niet alleen voor meer veiligheid en comfort, ze maakt een stad of gemeente ook leefbaar nadat de zon is ondergegaan. Fluvius wil daarbij inzetten op maximale duurzaamheid en energiebesparing. Maar hoe doen we dat en wat brengt het op?
Fluvius beheert in opdracht van de steden en gemeenten de openbare verlichting. Het gaat niet alleen om straatlampen, maar ook om het verlichten van gebouwen, monumenten en kunstwerken en om de verlichting op openbare terreinen. In totaal staat Fluvius in voor de plaatsing, herstelling en onderhoud van bijna 1,2 miljoen lichtpunten in Vlaanderen.
1.193.606
We willen daarbij de steden en gemeenten actief ondersteunen om de openbare verlichting duurzamer, energiezuiniger en doelgerichter te maken. Dat doen we op twee manieren: de ‘verledding’ waarbij we resoluut kiezen voor ledverlichting en door in te zetten op ‘interactieve openbare verlichting’.
Waarom verledden?
Het belangrijkste kenmerk van ledlampen is dat ze aanzienlijk minder energie verbruiken dan de klassieke lichtbronnen. Nieuwe verlichtingstoestellen zijn daarom standaard uitgerust met led terwijl we steeds meer klassieke lampen vervangen door ledverlichtingstoestellen. Onze doelstelling is tegen eind 2028 alleen nog maar ledtoestellen te gebruiken. Het totaal aandeel van interactieve en niet-interactieve ledlampen bedroeg eind juli 2024 54,36 procent. Van die 54,36 procent is ondertussen al meer dan 70 procent interactief.
54,36%
15,84%
Waarom interactief?
Interactieve verlichtingstoestellen zijn ledtoestellen die uitgerust zijn met een communicatiemodule die op afstand instelbaar is. Zo kunnen we de interactieve verlichting ‘s nachts dieper dimmen of doven, wat de lichthinder aanzienlijk vermindert en voor een aanzienlijke besparing zorgt. Ondertussen is al één straatlamp op vier interactief.
38,52%
Wat brengt het op?
Dat die aanpak loont, wordt duidelijk als we de gerealiseerde besparingen vergelijken met de situatie in 2015:
- 31,46% minder verbruik
- 39,9 miljoen euro bespaard: meer bepaald een daling van ongeveer 80 GWh, berekend aan een theoretische elektriciteitsprijs van 30 eurocent
- 30.876 ton minder CO2-uitstoot