Hoe kan je je elektrische wagen opladen?

De eerste optie is laden via een doorsnee, huishoudelijk stopcontact met aarding. Hiervoor maak je gebruik van een laadkabel (deze krijg je meestal bij aankoop van een elektrisch voertuig (EV)) die voorzien is van een geïntegreerde beveiliging. Deze kabel verbindt het voertuig met een huishoudelijk stopcontact, maar biedt extra beveiligingsmaatregelen.

De geïntegreerde beveiliging (In-Cable Control and Protection Device, of IC-CPD) is essentieel omdat het de rol van de veiligheids- en controle-eenheid vervult die normaal gesproken door het laadstation wordt uitgevoerd. Het bevat beschermingsmechanismen tegen overbelasting en kortsluiting. Het systeem kan bovendien communiceren met het voertuig om te zorgen voor een veilig laadproces. Denk daarbij aan het controleren van de verbindingsstatus en het aanpassen van de laadsnelheid op basis van wat het elektrische systeem van het huis en de auto aankunnen.

Rechtstreeks laden via een gebruikelijk stopcontact (220V, max 10A) zonder begrenzing en zonder beveiliging is verboden. Waarom? Het brengt risico’s met zich mee zoals overbelasting van het stopcontact, gebrek aan beveiligingsmechanismen bij storingen en mogelijke schade aan het elektrische systeem en de batterij van het voertuig.

Snelladen is essentieel voor elektrische voertuigen die snel een aanzienlijke hoeveelheid energie nodig hebben, vooral voor langere reizen waar tijd een kritieke factor is. Omdat snellaadpalen gebruik maken van gelijkstroom om de batterij direct op te laden, zorgt dat voor een veel sneller laadproces dan bij het gebruik van wisselstroom. Daardoor kan je de batterij tot 80% opladen in minder dan 30 minuten, afhankelijk van de batterijcapaciteit en het specifieke voertuig. De publieke laadstations zijn meestal geplaatst langs autosnelwegen en op grote openbare parkings.

Eigenlijk is snelladen bedoeld voor de eerste 80% opslag in de batterij; voor de overige 20% is meer tijd nodig. Snelladen kan wel duurder zijn dan opladen thuis of op het werk vanwege de kosten die gepaard gaan met de installatie en het onderhoud van de snellaadinfrastructuur.

Gelijkstroom (DC) en Wisselstroom (AC) zijn twee fundamentele vormen van elektrische stroom, die elk hun specifieke kenmerken en toepassingen hebben.

Hier bewegen de elektronen in één constante richting, van de positieve naar de negatieve pool. Dit type stroom wordt veel gebruikt in batterijen, zonnepanelen en elektronica, omdat het eenvoudiger te controleren is en geschikt is voor apparaten met een laag vermogen.

In wisselstroom verandert de stroomrichting voortdurend, waardoor de elektronen heen en weer bewegen tussen de positieve en negatieve polen. Dit maakt AC geschikt voor het transport van elektriciteit over lange afstanden, zoals in het elektriciteitsnetwerk. Omdat AC-stroom gemakkelijk om te zetten is naar verschillende spanningsniveaus, is het ideaal voor huishoudelijke en industriële toepassingen.