Duurzaam bouwen: wonen zonder gas en met méér elektriciteit
Ben je van plan een nieuwbouw te kopen of zelf te bouwen? Weet dan dat de energietransitie zich al volop laat voelen, ook in de regels voor nieuwbouw. Zo verloopt de energietoevoer in de ‘woonwijken van de toekomst’, die nu al in aanbouw zijn, opvallend anders dan vroeger. Wat betekent deze verschuiving in de praktijk?
We streven naar een klimaatneutrale maatschappij tegen 2050. Daarvoor is een energietransitie nodig: de overstap van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie. Om dit te realiseren, moeten we met zijn allen een enorme mentale klik maken, en wel op twee vlakken.
- Elektrisch rijden: qua mobiliteit schakelen we over naar transportmiddelen die niet op fossiele brandstoffen (diesel, benzine, niet-biologisch gas) rijden.
- Elektrisch verwarmen: we verwarmen steeds minder op fossiele brandstoffen zoals aardgas of stookolie.
Steeds minder gas
Deze energieswitch vertaalt zich intussen steeds meer in concrete regelgeving, ook in de nieuwbouw.
- Sinds 2021 is geen aardgasaansluiting meer toegestaan in nieuwe appartementsgebouwen, grote nieuwbouwprojecten en verkavelingen met 25 woonunits of meer.
- Sinds 2022 is die norm verlaagd naar 15 units, vanaf 2023 zijn dat 5 woonunits.
- Vanaf 2025 wordt een aardgasaansluiting zelfs volledig verboden bij nieuwbouw, zowel voor woningen als niet-residentiële gebouwen.
Gevolg: steeds meer bouwheren verkiezen een zwaardere elektriciteitsaansluiting boven een gasaansluiting, ook bij bouwprojecten waar dat wettelijk nog niet strikt nodig is
Energietoevoer voor nieuwe woonwijken: wat is anders?
- In steeds meer en binnenkort in alle nieuwe woonwijken is geen aardgasnet meer aanwezig.
- De standaard elektriciteitsaansluitingen zijn zwaarder dan vroeger (17,3 kVA in plaats van 9,2 kVA). Dit maakt ze geschikt om warmtepompen te voeden, lokale elektriciteitsproductie (zonnepanelen) aan te sluiten en elektrische auto’s op te laden.
- Deze grotere stroomcapaciteit vertaalt zich ook in de nood aan meer en/of grotere distributiecabines, meer distributiekabels en soms zwaardere transformatoren.
Hoe duurzaam verwarmen?
De afwezigheid van gas betekent dat bewoners van nieuwe woonwijken steeds meer op elektriciteit verwarmen. Dit kan op verschillende manieren.
In gebieden waar een warmtenet ligt of nog aangelegd wordt, is dat de meest aangewezen manier om een woning te verwarmen. De aanleg van een warmtenet is echter enkel zinvol als er meerdere afnemers zijn in dezelfde straat/buurt/wijk en het technisch-economisch haalbaar is én als er een duurzame warmtebron voor lange termijn beschikbaar is. Niet eenvoudig, waardoor het aantal warmtenetten in Vlaanderen tot nu toe beperkt blijft.
In alle andere gevallen is een warmtepomp de meest aangewezen manier om een woning duurzaam te verwarmen. Bij nieuwbouw is dat vrij eenvoudig in te plannen en te realiseren.
Bij bestaande woningen, die vaak minder goed geïsoleerd zijn, vergt de installatie van een warmtepomp ingrijpende werkzaamheden en dus een zware investering. Dan kan een hybride warmtepomp een zinvol alternatief zijn. Zo’n pomp werkt samen met je bestaande cv-ketel op gas: meestal zorgt de warmtepomp voor de warmte, alleen bij lage temperaturen springt de cv-ketel bij. Het grote voordeel van een hybride warmtepomp is dat er geen aanpassing nodig is aan de installatie van de centrale verwarming zelf. Er is ook geen tot weinig impact op de leidingen, de radiatoren en zelfs de isolatie van de woning
(Nog) niet aan het (ver)bouwen en toch bijdragen tot de energietransitie?
Op de Fluvius-blog vind je tips om je energiefactuur onder controle te houden.