Jammer genoeg zijn niet alle daken geschikt voor zonnepanelen. Factoren als de hellingsgraad van je dak, de grootte, de oriëntatie en zelfs mogelijke schaduw of het type dakbedekking kunnen roet in het eten gooien. Gelukkig is er de zonnekaart van VEKA waarop je snel en eenvoudig kan checken of je dak al dan niet geschikt is voor zonnepanelen. Meer nog: voor gebouwen met een goede score berekent de zonnekaart meteen ook wat de zonnepanelen op je dak zouden kunnen kosten en – vooral – wat ze kunnen opbrengen.
Via de zonnekaart ontdek je meteen of jouw dak geschikt is voor zonnepanelen
Welke oriëntatie?
Je zou denken dat een zuidgericht dak de beste oriëntatie is, maar dat klopt niet helemaal. En dat heeft veel te maken met het moment waarop je zelf energie verbruikt. Verbruik je vooral overdag veel elektriciteit, dan kies je beter voor een oriëntatie op het zuiden. Als je daarentegen vooral ’s ochtends en/of ’s avonds veel elektriciteit verbruikt, is het beter om de zonnepanelen naar het oosten en/of het westen te richten. Je kan ook altijd kiezen voor een combinatie, en je zonnepanelen verspreiden over twee dakdelen. Je vergroot hiermee de kans op zelfconsumptie én je verkleint de kans dat je omvormer uitvalt door een overbelasting van het elektriciteitsnet. Win-win, dus!
Welke hellingsgraad?
Als je dak een hoek heeft tussen 15 tot 50 graden, is de kans groot dat het geschikt is. Indien dat niet het geval is, kan je de zonnepanelen bijvoorbeeld ook op een plat dak of op een stuk grond laten installeren. Het voordeel is dat je dan zelf de oriëntatie en helling kan bepalen, maar je moet er wel rekening mee houden dat de zonnepanelen op voldoende afstand van elkaar moeten liggen.
Hoe groot moet het dak zijn?
Voor het verbruik van een gemiddeld gezin met twee kinderen zonder elektrische wagen, warmtepomp of andere grote verbruikers zou een dak van 14 tot 24 m2 moeten volstaan. Heb je minder oppervlakte? Geen probleem, want je kan nog altijd genieten van zonne-energie maar niet aan al je energiebehoeften tegemoetkomen.
Welke dakbedekking?
Om veiligheidsredenen zijn rieten en groendaken niet aan te raden om zonnepanelen erop te installeren. Bij zinken daken en asfaltshingles moet je rekening houden met de dikte, maar ook met het feit dat er gaten zullen geboord worden die het dak kunnen beschadigen.
Ook met de meest voorkomende dakbedekkingen – pannen of leien – moet je voorzichtig zijn. De pannen mogen nog niet te oud zijn en zeker geen asbest bevatten. Denk ook aan toekomstige isolatieplannen of het installeren van een dakraam: dat doe je beter voor je de zonnepanelen installeert, want het weghalen en terug monteren van zonnepanelen is een stevige kostenpost.